Steeds meer ouderen op eerste hulp na val, toename veel groter dan verwacht

Het aantal 65-plussers dat na een val op de spoedeisende eerste hulp belandt, is in tien jaar met 40 procent gestegen. Die stijging is veel sterker dan op grond van de vergrijzing viel te verwachten. In 2015 ging het om 97.400 ouderen. Dit blijkt uit het rapport Vallen 65 jaar en ouder dat VeiligheidNL dinsdag presenteert.

Wij zien een trendbreuk’, zegt Saskia Kloet, ouderenspecialist van VeiligheidNL. ‘We kunnen niet aantonen dat dit komt doordat ouderen nu langer thuiswonen, maar het zou ermee te maken kunnen hebben. De meeste ouderen willen graag zo lang mogelijk thuis wonen. Maar er is nog onvoldoende aandacht voor de risico’s en de preventie daarvan.’

VeiligheidNL is een maatschappelijke organisatie die al dertig jaar valongevallen onder ouderen registreert. Nu deze langer thuis blijven wonen, zijn dit jaar voor het eerst de senioren geënquêteerd die zich melden bij de eerstehulpposten.

Gevallen ouderen kampen veelal met aandoeningen, zo blijkt. 80 procent van de gevallen ouderen gebruikt meer dan vijf soorten medicijnen, lijdt aan een of meer chronische ziekten of is eerder gevallen. Driekwart van hen is vrouw; vrouwen hebben een hogere levensverwachting en lopen een groter risico op botbreuken. Onder 85-plussers neemt het aantal valongevallen het meest toe.

Het aantal ouderen dat overlijdt door een val stijgt ook, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek vorige maand. Tussen 2010 en 2015 steeg het aantal overleden 65-plussers met 35 procent naar 3.267.

Niemand voelt zich volgens Kloet primair verantwoordelijk voelt voor valpreventie. ‘Rijk, gemeenten, huisartsen en zorgverzekeraars zouden afspraken moeten maken. Dat kan ze ook geld besparen.’

Volgens VeiligheidNL beliepen de medische kosten na zulke valpartijen 912 miljoen euro in 2015. De verzekeraars, zoals CZ, vinden dat zij al op de goede weg zijn met de vergoeding van een deel van de ‘valpreventieprogramma’s’.

Risico-ouderen
De huisarts zou kunnen bepalen of ouderen onder de risicogroep vallen, suggereert Kloet. ‘Hij kan het medicijngebruik onder de loep nemen of adviseren mee te doen aan een beweegprogramma. Een gecombineerde aanpak voorkomt valongelukken het effectiefst.’ Daarbij zou volgens haar de gemeente de woning van ‘risico-ouderen’ kunnen bekijken: ligt er iets los, zijn er aanpassingen nodig?

De huisartsen steken al veel energie in ouderen en maken het mogelijk dat zij langer thuiswonen, aldus de Landelijke Huisartsen Vereniging. ‘Wonderlijk dat steeds naar de huisartsen wordt gekeken om de consequenties op te lossen van deze maatschappelijke ontwikkeling.’

De belangenbehartiger voor senioren ANBO vindt dat er te veel valongelukken plaatsvinden die voorkomen hadden kunnen worden. Eenderde van de ouderen tussen de 65 en 80 jaar is de afgelopen twee jaar een of meerdere keren gevallen, blijkt uit ANBO-onderzoek, bijvoorbeeld door een te gladde douche.

‘Gemeenten zijn verantwoordelijk voor woningaanpassingen waardoor mensen langer thuis kunnen wonen’, zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Als mensen voor personenalarmering binnenshuis aankloppen bij hun gemeente, zal die hun aanvraag beoordelen.’

Bron: http://www.volkskrant.nl/binnenland/steeds-meer-ouderen-op-eerste-hulp-na-val-toename-veel-groter-dan-verwacht~a4415199/